Foodbalance@hotmail.com

Overzicht praktijkopdrachten

  1. Praktijkopdracht Voedselbank
  2. Praktijkopdracht DupontCheese
  3. Praktijkopdracht Enerjoy
  4. Praktijkopdracht Diëtistenpraktijk Marjolein de Nie & Voedingsadviesbureau Vie

Magazijn Delft

Distributiecentrum Den Haag

Voorbeeld voedselpakket Delft 

Voorbeeld voedselpakket Den Haag

De afbeeldinggalerij is leeg.

1. praktijkopdracht Voedselbank

Periode 2013/2014  

In de periode van februari tot en met mei 2014 heb ik, binnen het Living Lab, samen met twee klasgenoten, actief meegedacht aan de ontwikkeling van technische interventies op wijkniveau. De doelstelling van het project Voorhof Vitaal, dat deel uitmaakt van het project Vitale Wijken, is om de wijkbewoners van Voorhof in staat te stellen om een vitale wijk te initiëren en te onderhouden, waarin bewoners zelf verantwoordelijkheid willen en kunnen nemen voor de individuele en gezamenlijke kwaliteit van leven op de domeinen van zorg, welzijn en veiligheid. Het Living Lab heeft mij de unieke kans gegeven om met andere disciplines in contact te komen en om te ervaren welke bijdrage de Voedselbank levert aan de kwaliteit van leven van de wijkbewoners in Delft. Zo heb ik ideeën uitgewisseld met studenten van andere opleidingen en ben ik in aanraking gekomen met vrijwilligers, bestuursleden en klanten van de Voedselbank. Daarnaast heb ik ook ervaring opgedaan met het werkveld van manager voeding, omdat we via de Voedselbank werden geconfronteerd met wet- en regelgeving rondom de bewaking van voedselkwaliteit en voedselveiligheid. Tot slot heb ik tijdens dit project beroepscompetenties ontwikkeld die behoren bij het beroepsprofiel van onderzoeker, aangezien onze projectgroep zelf een onderzoek heeft mogen opzetten binnen de contouren van de vitaliteit van de wijk Voorhof in Delft. Hierbij wil ik iedereen binnen het Living Lab en de Voedselbank dan ook hartelijk bedanken voor alle medewerking die wij hebben gekregen.

Via het Living Lab zijn we onder andere in contact gekomen met twee vierdejaarsstudenten van de opleidingen Product Design en Technische Bedrijfskunde, die een opdracht hadden aangenomen om een inzamelpunt voor de Voedselbank Haaglanden te ontwerpen. Dit vonden wij eigenlijk een dermate interessante opdracht, dat wij besloten hebben om hierbij aansluiting te vinden. We hebben voor deze praktijkopdracht niet alleen bureauonderzoek verricht, maar we zijn ook fysiek de de wijk ingegaan. Zo hebben we, tijdens projectbijeenkomsten op diverse locaties, met de gemeente rond de tafel gezeten, en konden we van gedachte wisselen met docenten en studenten van andere opleidingen. Ook hebben we verschillende Voedselbanken bezocht, waar we in gesprek zijn geweest met zowel productiemedewerkers als bestuursleden. Verder hebben we rondleidingen gekregen in de Voedselbanken in Den Haag en Delft, en zijn we ook aanwezig geweest bij de uitgifte van voedselpakketten in de Immanuëlkerk in Delft. Daarnaast hebben we ook een hele dag op het distributiecentrum in Den Haag aan de lopende band gestaan om voedselkratten te vullen. Ik was overigens zeer verbaasd door het grote verschil in werkwijze tussen de afzonderlijke Voedselbankvestigingen. De Voedselbank Delft heeft bijvoorbeeld een meer gestructeerderde en persoonlijke aanpak dan de Voedselbank Haaglanden. Maar ondanks deze verscheidenheid gaat het er op beide locaties veel professioneler aan toe dan ik had verwacht. Ook wat betreft de wettelijke certificering en procedures in verband met de bewaking van de voedselveiligheid. Ik was bovendien aangenaam verrast dat we overal zo gastvrij en vriendelijk werden ontvangen. 

De vierdejaarsstudenten hebben het definitieve ontwerp van hun inzamelpunt uiteindelijk op De Haagse Hogeschool gespresenteerd aan de betrokken docenten en bestuursleden van de Voedselbank. Naar aanleiding van deze presentatie is vervolgens een aanbeveling gedaan om aanvullend gebruikersonderzoek uit te voeren naar de donatiebereidheid onder studenten en docenten van de HHS. Uit de feedback kwam namelijk naar voren dat er onvoldoende gegevens beschikbaar waren om een realistische schatting te kunnen maken van de hoeveelheid voedingsmiddelen die per week, of per actieperiode, ingezameld zouden kunnen worden. Eén van mijn projectleden heeft vervolgens aangeboden om deze schone taak op zich te nemen, en heeft hiervan vervolgens verslag uitgebracht richting het Living Lab en de Voedselbank. Ik heb haar hierbij geholpen met het werven van deelnemers en het afnemen van enquêtes onder 60 respondenten. Iets meer dan 1/3e deel van hen bleek potentieel, en een evenredig aantal zelfs serieus, geïnteresseerd te zijn in een inleverpunt binnen de HHS. Verder gaf 29% van de ondervraagden aan maandelijks minimaal één product te willen doneren. Dit zou op maandbasis ongeveer 5800 producten kunnen opleveren, waarmee ongeveer 387 voedselpakketten, à 15 producten, samengesteld zouden kunnen worden. Tijdelijke en gerichte inzamelingsacties, bijvoorbeeld aangekondigd via e-mail of intranet, hebben hierbij de voorkeur. In oktober 2015 is uiteindelijk een voedselbox in het Atrium geplaatst om voedingsmiddelen in te zamelen voor de Voedselbank.

2. PRAKTIJKOPDRACHT DUPONTcheese

Periode 2014/2015  

Gedurende mijn opleiding heb ik steeds meer affiniteit gekregen met sensorisch onderzoek, levensmiddelenwetgeving, voedselveiligheid en voedselkwaliteit. Ik ben er bovendien van overtuigd dat een Quality Assurance/Control-functie uitstekend past bij mijn kwaliteitsgerichte manier van werken en mijn analytische, organisatorische en schriftelijke vaardigheden.Vandaar dat ik me graag dieper wil oriënteren op de functiemogelijkheden van een voedingskundige in de levensmiddelenbranche. Halverwege het tweede studiejaar heb ik daarom heel bewust gekozen voor een praktijkopdracht op de kwaliteitsafdeling van DupontCheese Nederland. Ik ben met deze opdrachtgever in contact gekomen via een Facebookbericht van een alumnus, die als kwaliteitsmanager bij dit bedrijf werkzaam is. Deze kaasgroothandel en -importeur uit Nieuw Vennep voert een ruim assortiment (circa 2000-2500) aan buitenlandse, Hollandse en authentieke boerenkaassoorten, maar ook een breed scala aan tapas en tapenades. De firma levert zowel aan kleine traditionele kaasspeciaalzaken, als aan horecabedrijven en grote retailers. In de tweede helft van februari 2015 heb ik, samen mijn twee andere studenten van mijn opleiding, geholpen met het registreren van de productgegevens van circa 300 artikelen in de supply chain database van een bekende groothandelketen. Bij deze opdracht was het van groot belang om zeer secuur te werk te gaan, aangezien de invoerdata, zoals voedingswaarde- ingrediënten-, additieven-, allergenen- en houdbaarheidsinformatie, direct bestemd is voor de productetiketten in de winkels en webshops. Mijn eerste werkdag begon met een kennismakingsgesprek en een presentatie, waarin ik onder andere werd geïnformeerd over de kernactiviteiten van het bedrijf, de inhoud van de opdracht en de etiketteringsvoorschriften in het kader van de nieuwe wet- en regelgeving rondom de verstrekking van levensmiddeleninformatie aan consumenten (Warenwetbesluit Informatie Levensmiddelen). Ook heb ik die dag een uitgebreide rondleiding gekregen in het koelmagazijn waar de kaasvoorraad ligt opgeslagen, en heb ik aansluitend een bezoek gebracht aan Kitchen on a MissionDeze partneronderneming ontwikkelt en produceert sinds 1994 exclusieve tapas en tapenades, die vers in eigen keuken worden bereid op basis van natuurlijke en duurzame ingrediënten. Na deze interessante expeditie heb ik vervolgens op kantoor een demonstratie gekregen van de werkzaamheden, waarna ik de rest van de dag op de afdeling ben gebleven om zoveel mogelijk ervaring op te doen en informatie te verzamelen. De overige dagen heb ik, vanwege onvoldoende werkplekken en de lange reistijd, vanuit huis aan de opdracht gewerkt. Hierdoor bestond het contact met de opdrachtgever helaas voornamelijk uit e-mailverkeer, waardoor er minder gelegenheid was voor directe feedback en interactie. Desondanks was dit voor mij een unieke kans om kennis te maken met het werkgebied en de werkzaamheden die horen bij de beroepsrol van een kwaliteitsmanager. Zo kan ik me nu bijvoorbeeld een beter beeld vormen van de logistieke en productieprocessen in de voedingsindustrie en heb ik mijn productkennis en computervaardigheden verder kunnen ontwikkelen. Daarnaast heb ik meer inzicht gekregen in de wet- en regelgeving rondom voedselkwaliteit, voedselveiligheid en levensmiddeleninformatie. Daarom kijk ik met plezier terug op een een waardevolle en leerzame ervaring, waardoor ik absoluut meer interesse heb gekregen in de beroepsrol van manager voeding.

 

praktijkopdracht enerjoy

Periode 2015/2016 Lesperiode 3.3
Tijdens de tweede helft van het derde studiejaar, bestaande uit Beroepsvoorbereiding I & II, stond de beroepspraktijk centraal. Bij de integrale opdracht kon gekozen worden uit een aantal externe opdrachtgevers. Het project omvatte zowel een praktijkopdracht (conform de criteria van de betreffende opdrachtgever) als een onderzoeksopdracht (conform de criteria van de opleiding). De onderzoeksopdracht bestond uit het verrichten van een literatuur- en praktijkonderzoek en het uitwerken van het bijbehorende  onderzoeksrapport 
 
In het kader van Beroepsvoorbereiding I (lesperiode 3.3) heeft mijn projectgroep gekozen voor de opdrachtgever Enerjoy, welke gespecialiseerd is in gezondheidsmanagement, voedings(beleids)advisering en het ontwikkelen van leefstijlinterventies en voedingsprogramma's. De organisatie richt zich hierbij in het bijzonder op het organiseren van voorlichtings- en bewustwordingactiviteiten, zoals interactieve workshops en e-learningcursussen, om werknemers te motiveren tot gezondere voedings- en leefgewoonten. Voor de onderzoeksopdracht voor Enerjoy hebben wij dan ook een onderzoeksraport geschreven met aanbevelingen voor effectief multimediagebruik bij e-learning. De praktijkopdracht die door Enerjoy aan ons werd verstrekt, bestond uit het uitwerken van een e-learningcursus, 'Gezond eten in de nacht' genaamd, gericht op gezonde voedingsgewoonten voor (nacht)ploegendienstwerkers met een onregelmatig werk- en leefpatroon. E-learning is uitermate geschikt voor werknemers met een onregelmatig dienstrooster, aangezien een online leermethode niet tijd-, tempo- en plaatsgebonden is. Het doel van de cursus is om (nacht)ploegendienstwerkers op een toegankelijke manier bewust te maken van de risico's van een ongezonde leefstijl in relatie tot wissel- en/of nachtdiensten. De cursus die wij volgens de instructies van Enerjoy hebben uitgewerkt, bestond uit 4 hoofdstukken/lessen. Hierbij waren de voedingsrichtlijnen en inhoudelijke stuctuur al grotendeels door de opdrachtgever voorgeschreven. Daarom hebben wij ons voornamelijk bezig gehouden met het vertalen van de bestaande voorlichtingsboodschap richting de beoogde doelgroep middels de vormgeving van teksten, het formuleren van kennisvragen, en het selecteren c.q. ontwikkelen van beeld- en/of geluidsmaterialen. De uitvoering van de praktijkopdracht werd, tezamen met het onderzoeksrapport en een mondelinge presentatie, beoordeeld met een 8.1.

praktijkopdracht de nie & vie

Periode 2015/2016 Lesperiode 3.4
Tijdens de tweede helft van het derde studiejaar, bestaande uit Beroepsvoorbereiding I & II, stond de beroepspraktijk centraal. Bij de integrale opdracht kon gekozen worden uit een aantal externe opdrachtgevers. Het project omvatte zowel een praktijkopdracht (conform de criteria van de betreffende opdrachtgever) als een onderzoeksopdracht (conform de criteria van de opleiding). De onderzoeksopdracht bestond uit het verrichten van een literatuur- en praktijkonderzoek en het uitwerken van het bijbehorende onderzoeksrapport. 
 
In het kader van Beroepsvoorbereiding II (lesperiode 3.4) heeft mijn projectgroep gekozen voor twee opdrachtgevers, namelijk Diëtistenpraktijk Marjolein De Nie en Voedingsadviesbureau Vie (aangesloten bij Vie Diëtisten). Beide zelfstandige diëtistenpraktijken hebben zich gespecialiseerd in voedselovergevoeligheid en zijn verbonden aan het Delfts Allergie Centrum van de Reinier de Graaf Groep. Voor het diagnosticeren van niet-allergische voedselovergevoeligheden, waarvoor in veel gevallen geen eenvoudige, specifieke en objectieve biologische markers beschikbaar zijn, maken beide opdrachtgevers gebruik van een diagnostisch eliminatie/provocatiedieet. In de eliminatiefase worden voedingsmiddelen met biogene aminen* (zoals histamine) en histaminevrijmakers zoveel mogelijk beperkt, terwijl deze in de provocatiefase weer geleidelijk worden geherintroduceerd. Voor de onderzoeksopdracht hebben wij, op basis van literatuur- en praktijkonderzoek, een onderzoeksverslag geschreven over de diagnostiek en behandeling van niet-allergische voedselovergevoeligheid. De praktijkopdracht die aan ons werd verstrekt, bestond uit het actualiseren van een aantal schriftelijke dieetbehandelingsmaterialen die in 2011/2012 door de toenmalige D&VO (Diëtist en VoedselOvergevoeligheid; de huidige DAVO) waren ontwikkeld. Bij dit project hebben wij de dieetrichtlijnen voor de eliminatie- en herintroductiefase van het diagnostische dieet geactualiseerd aan de hand van recente analysecijfers, ingrediëntendeclaraties en verkoopadressen van levensmiddelen en merkproducten. Voor het aanpassen van de overige bestaande dieetmaterialen, zoals de weekmenu's, de receptenbundel en de voedingsmiddelentabellen met, hebben wij, voor zover mogelijk, aanbevelingen gedaan op basis van het literatuur- en praktijkonderzoek. De uitvoering van de praktijkopdracht werd, tezamen met het onderzoeksrapport en een mondelinge presentatie, beoordeeld met een 8.0.
 
(* Biogene aminen zijn bioactieve stikstofbasen (eiwitachtige substanties) die worden gevormd tijdens stofwisselingsprocessen in plantaardige, dierlijke en microbiële cellen, en daardoor in verschillende (met name eiwitrijke) voedingsmiddelen kunnen worden aangetroffen. De belangrijkste biogene amimen in voeding zijn histamine, tyramine, putrescine, cadaverine, phenylethylamine, spermine en spermidine.)