1. ervaringen beroepsrol Onderzoeker
2. competenties beroepsrol onderzoeker
- Beroepsproduct: Onderzoeksopzet
- De voedingskundige/diëtist adviseert over de opzet en uitvoering van voeding gerelateerd onderzoek en de daarbij te hanteren protocollen.
- De voedingskundige/diëtist initieert onderzoek, op basis van cliëntendossiers, op het gebied van voeding in relatie tot leefstijl en gezondheid, om aldus een bijdrage te leveren aan de optimalisering van de beroepsuitoefening.
- De voedingskundige/diëtist participeert in voeding gerelateerd onderzoek onder consumenten en draagt mede zorg voor verzameling en verwerking van gegevens en vastlegging van bevindingen, conclusies en aanbevelingen in een onderzoeksrapport.
Bron: OER 2014-2015
3. ONTWIKKELINGSSTADIUM onderzoeker
In deze sectie zal ik gedurende mijn studieloopbaan reflecteren op mijn ontwikkelingsstadium ten aanzien van de beroepsrol onderzoeker.
- 2013/2014: In het eerste studiejaar heb ik verschillende onderzoekservaringen opgedaan tijdens bijvoorbeeld de mini-voedselconsumptiepeiling onder telecommedewerkers (n=5), het gebruikersonderzoek voor de Voedselbank (n=60), het paasei-experiment (n=44) en het kwalitatieve onderzoek naar de leefgewoonten van de hindo(e)staanse bevolking (n=7). Hierdoor ben ik tot de ontdekking gekomen dat ik zeer veel affiniteit heb met de beroepsrol van onderzoeker. Helaas heb ik wel gemerkt dat ik nog veel moeite heb met de hiervoor benodigde statistische vaardigheden.
- 2014/2015: In het tweede studiejaar heb ik mijn onderzoeksvaardigheden verder ontwikkeld en heb ik steeds meer belangstelling gekregen voor de beroepsrol van onderzoeker. Zo heb ik, ten behoeve van de minor Psychiatrie, Medicatie & Voeding, onderzoek gedaan naar de toepassing van voedingstherapie bij de behandeling van ADHD. Ook heb ik datzelfde jaar, ten behoeve van de opdrachtgever Nutricia, de productontwikkelingsmogelijkheden van een specifieke drinkvoeding bij inflammatoire darmziekten onderzocht. Deze pittige, maar superinteressante, opdracht heeft me absoluut geïspireerd om me verder te oriënteren op een toekomst als onderzoeker.
- 2015/2016: In het derde studiejaar heb ik ruimschoots kunnen oefenen met de beroepsrol van onderzoeker. Zo heb ik literatuur- en praktijkonderzoek verricht en onderzoeksrapporten uitgewerkt t.b.v. de minor sportpsychologie en de praktijkopdrachten voor Enerjoy (e-learning) en Diëtistenpraktijk Marjolein de Nie & Voedingsadviesbureau Vie (niet-allergische voedselovergevoeligheid). Daarnaast heb ik een Engelstalig onderzoeksprotocol geschreven en tot slot heb ik voor het vak Onderzoek & Publiceren zelfstandig een eigen onderzoek (interventie met menukaartlabels) opgezet, uitgevoerd en hier een onderzoeksartikel over geschreven. Tijdens dit jaar heb ik ontdekt dat ik me bijzonder aangetrokken voel tot de beroepsrol van onderzoeker. Maar ik ben er tevens achter gekomen dat ik mijn onderzoeksvaardigheden nog verder moet verbeteren. Ten eerste vind ik het heel lastig om mijn onderzoek, en met name het literatuuronderzoek, goed af te bakenen en te structuren. En ten tweede ben ik nog erg onervaren in statistiek(programma's).
- 2016/2017: Bij mij stond het hele vierde studiejaar volledig in het teken van de beroepsrol van onderzoeker. Ten eerste heb ik gekozen voor een onderzoekstage op de afdeling Epidemiologie van het Erasmus Medisch Centrum. Tijdens mijn stage heb ik voedselconsumptiedata verzameld die ik tijdens mijn afstudeeronderzoek heb geanalyseerd. Binnen de afdeling Epidemiologie ben ik met verschillende (voedings-)onderzoekers/wetenschappers in contact gekomen en heb ik kunnen zien hoe epidemiologisch onderzoek wordt uitgevoerd en over welke kwaliteiten een voedingsepidemioloog, naast onderzoeksvaardigheden, dient te beschikken. Zo heb ik ontdekt dat een wetenschappelijk onderzoeker in feite een zelfstandige ondernemer is die op projectbasis wordt aangenomen om een bepaald onderzoek uit te voeren. Hierbij heb ik gemerkt dat de onderlinge concurrentie best groot is. Vandaar dat een onderzoeker niet alleen zelfstandig en ondernemend moet zijn, maar zichzelf ook goed moet kunnen verkopen. Verder is een uitstekende beheersing van de Engelse taal van groot belang; niet alleen omdat alle wetenschappelijke artikelen in het Engels worden geschreven, maar ook omdat onderzoekers onderling in het Engels met elkaar communiceren. Daarnaast is het ook belangrijk om over goede communicatieve en presentatievaardigheden te beschikken omdat onderzoekers regelmatig bijeenkomen om de onderzoekresultaten aan elkaar te presenteren. Tijdens deze bijeenkomsten kunnen bovendien hele kritische vragen worden gesteld over het ontwerp en de uitvoering van het onderzoek. En tot slot viel het mij op hoe gepassioneerd onderzoekers en student-onderzoekers zijn. Het was voor mij, maar ook voor mijn opdrachtgever, overigens wel een uitdaging om te schakelen tussen wetenschappelijk en toegepast wetenschappelijk onderzoek. Ik vond het vooral heel jammer dat ik mijn oorspronkelijke onderzoeksvraag op advies van mijn docentbegeleider moest aanpassen omdat deze teveel kennisgericht en te weinig praktijkgericht was. Aangezien ik hierdoor werd gedwongen om een totaal andere invalshoek te kiezen, en ik bovendien een maand moest wachten op feedback op mijn onderzoeksplan, kwam ik helaas ernstig in tijdnood bij het afronden van mijn afstudeeronderzoek. Hierdoor was er voor mijn gevoel onvoldoende ruimte om me goed te kunnen verdiepen in statistiek/SPSS. Desalniettemin werd mijn scriptie uiteindelijk met een 8.0 beoordeeld.